Geen producten (0)

De wereld van het beelddenken

De wereld van het beelddenken

Waar mijn zoektocht begon

Al mijn hele leven ben ik één groot vraagteken en leg ik me niet zomaar neer bij de antwoorden die ik vind. Steeds weer graaf ik verder, lees ik meer, ervaar ik nieuwe dingen waardoor mijn blik verruimd wordt en ik steeds beter ‘het grote geheel’ voor me zie.  Ik wilde altijd weten hoe mensen denken, wat oorzaken zijn van ziekte, wereldproblemen en vooral wat ik zou kunnen doen om deze wereld mooier te maken. Eigenlijk ben ik nooit gestopt met vragen stellen.

Na de middelbare school deed ik de opleiding HBO-Verpleegkunde, liep stages in verpleeghuizen, ziekenhuizen, instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking en in mijn laatste jaar vertrok ik naar Ghana om daar te werken op een kinderafdeling. Uiteindelijk startte ik in 2001 mijn werk in de kinder- en jeugdpsychiatrie op een (toen nog) gesloten opname afdeling voor kinderen van 12 tot 18 jaar. In de jaren daarna volgden meerdere afdelingen, functies en opleidingen totdat ik in 2013 voor mijzelf begon als kindercoach.

Kinder- en jeugdpsychiatrie

Als verpleegkundige ben ik meer dan tien jaar werkzaam geweest in de kinder- en jeugdpsychiatrie. In al die jaren heb ik veel kinderen en hun ouders begeleid waarbij sprake was van ADHD, Autisme, gedragsproblemen of problemen op school (leerproblemen). Mijn persoonlijke ‘drive’ is altijd geweest om te begrijpen hoe kinderen met ADHD, Autisme en gedragsproblemen denken, wat de onderliggende oorzaken zijn van concentratieproblemen, leerproblemen en gedragsproblemen maar bovenal waarom veel kinderen het zo moeilijk hebbben in deze wereld.

Ik volgde opleidingen in sociale psychiatrie, pedagogiek, ‘parent management’ en maakte deel uit van ‘multidisciplinaire teams’ binnen de GGZ.  Ik volgde interne scholingen en werkte mee aan zorgprogramma’s en wetenschappelijk onderzoek.

Bijzondere kinderen

Al snel ontdekte ik dat ik een zwak had voor kinderen en jongeren die op school of thuis vastliepen vanwege hun drukke gedrag, ongeconcentreerdheid of leerproblemen. Mijn interesse in deze kinderen kwam voornamelijk voort uit hun manier van praten, denken en hun beleving van de wereld. Deze kinderen maakten mij aan het lachen, waren creatief en recht door zee. Ze lieten me in een spiegel kijken en haalden het beste in mij naar boven. Door hen leerde ik in alle situaties oprecht te zijn en ze lieten me nadenken over de wereld. Een wereld die zo ‘in hokjes denkt’, een wereld die kapot geanalyseerd wordt.  Ik voelde dat deze kinderen een boodschap hadden voor ons. Het was alsof ze juist wijzer en spiritueler waren dan volwassenen, terwijl ze volgens de DSM –V voldeden aan een ontwikkelingsstoornis, psychiatrische stoornis, gedragsstoornis of leerstoornis.

Ik zag intelligente, gevoelige en soms gekwetste kinderen die op school niet mee konden komen. Ze hadden moeite met lezen en schrijven, maar konden de mooiste creaties maken. Bijvoorbeeld stripverhalen, tekeningen, filmpjes en muziek. Ze waren in de klas soms onrustig, brutaal en onredelijk of heel teruggetrokken, terwijl ik de meest prachtige filosofische gesprekken met ze voerde over het universum en het doel van ons leven.

“Hoe kon het toch zo zijn dat deze kinderen zoveel moeilijkheden hadden, zowel op school als thuis?”

Groot contrast

Een groot deel van mijn werk bestond uit het observeren van kinderen in de thuissituatie en op school. Ik zag hoe kinderen zich gedroegen als ze blij en ontspannen waren en op welke momenten ze angstig of gefrustreerd raakten. Het contrast van wat ik zag was groot. Ik zag de problemen op school; de onrust, de angst, de leerachterstanden en het soms brutale gedrag. Anderzijds zag ik het ontspannen kind dat goed kon voetballen, zingen of zeer gedetailleerd vertelde over een pas gemaakt bouwwerk van Lego.

Bij de kinderen die ik intensief begeleidde ontstonden de mooiste gesprekken. Als kinderen mij vertrouwden, vertelden ze mij hoe verdrietig of ‘dom’ ze zich voelden op school. Ze kregen vaak te horen wat ze niet goed deden en de motivatie om te leren was vaak tot een dieptepunt gedaald. Sommige kinderen gingen zelfs zover dat ze geen vertrouwen meer hadden in volwassenen. “Ze luisteren toch niet” was een veel gemaakte opmerking. Het respect voor leerkrachten was na verloop van tijd gewoonweg verdwenen.

Voor mij hadden die gesprekken meer waarde dan de uitslagen van (psychologische of intelligentie-)onderzoeken. Door mijn ervaringen met deze kinderen die ‘anders’ waren, voelde het steeds meer alsof ik in een spagaat zat. Ik begon me steeds meer af te vragen wat nu daadwerkelijk het probleem was.

Waren er dan zoveel kinderen met ‘afwijkingen’, leerproblemen en niet goed functionerende hersenen of was er iets anders aan de hand?

Geen antwoorden in de GGZ

Na verloop van tijd kreeg ik alleen maar meer vragen. In mijn beleving klopte er iets niet. Waarom werkten we in de GGZ vanuit beperkingen en problemen terwijl deze kinderen juist zo intelligent, creatief, open, eerlijk of gevoelig waren. Hoe leerden ze dan wel? Wat hadden ze nodig van hun ouders of op school? Waarom werd er zoveel nadruk gelegd op de dingen die deze kinderen niet konden in plaats van verder te zoeken naar mogelijke oorzaken op school en in onze wereld voor hun gedrag, onrust en leerproblemen?  Waarom lag het probleem altijd bij het kind?

Toen ik mijn vragen beantwoord probeerde te krijgen binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie merkte ik dat ik op een dood spoor zat. Ik voelde steeds meer de drang om kinderen te ‘beschermen’ tegen diagnoses. Aan de ene kant zou een diagnose als ADHD hen verder helpen als het ging om passende hulp of erkenning dat ze het moeilijk hadden, maar het gaf aan de andere kant aan dat ze ‘iets mankeerden’. Iets, dat ik totaal anders zag. Kinderen die de diagnose ADHD kregen, waren inderdaad druk, chaotisch en ongeconcentreerd maar ik wilde me bezighouden met de onderliggende oorzaken van dit gedrag in plaats van meegaan in de protocollen waarbij de interventies gericht waren op het ‘onder controle krijgen’ krijgen van de symptomen. Medicatie stond daarbij op een eerste plek, gevolgd door een training voor ouders om te leren ‘omgaan met het gedrag van hun kind en het brengen van structuur en duidelijkheid’.

Veel ouders heb ik deze ouderbegeleiding mogen geven. Vaak hadden ouders lang moeten wachten op ‘passende hulp’. Ze waren gefrustreerd en vaak boos op de hulpverlening. Ouders hadden behoefte aan concrete adviezen en ‘tools’ om mee aan de slag te gaan. En terecht, want als kinderen ongelukkig, impulsief, boos of verdrietig zijn, is dit voor ouders een zware belasting.

De opvoedingsadviezen zoals ik die geleerd had uit mijn opleidingen kwamen regelmatig niet overeen met hetgeen kinderen en ouders nodig hadden. Zo werkte het systeem van beloning en begrenzing vaak niet en had het zelfs een averechts effect. Kinderen werden er juist angstiger van of namen hierdoor hun ouders niet meer serieus.
Ik kwam steeds meer tot de conclusie dat deze kinderen iets nodig hadden, iets anders. Niet alleen thuis, maar vooral op school. En dat het antwoord op een ander vlak lag, dan waar het probleem zich manifesteerde.

Beelddenken en leerproblemen

Een nieuwe koers

In 2012 voelde ik dat het tijd werd om een andere koers te varen en dat ik nog veel te leren had om tot de nodige antwoorden te komen. Ik startte mijn eigen praktijk.
Het was een huisarts die mij in die periode attendeerde op een toen nog vrij onbekend fenomeen, beelddenken. Het was een woord dat binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie geen bekendheid had. Tot mijn grote vreugde ontdekte ik dat beelddenken in verband werd gebracht met leerproblemen zoals dyslexie maar ook met ADHD en Autisme. Vaak werd ook gerefereerd naar hooggevoelige kinderen.

Mijn hoofd maakte overuren. Zou dit dan het ontbrekende puzzelstukje zijn dat ik zocht? Ik las ieder boek, doorzocht iedere site en sprak zoveel mogelijk mensen die bekend waren met beelddenken.

Werken zonder diagnoses

Ik volgde een training op gebied van beelddenken en begon in mijn praktijk kinderen te begeleiden op schoolgebied; het aanleren van taal, rekenen en klokkijken op een beeldende manier. Ik ben gaan bijhouden met welke diagnoses of vragen kinderen werden aangemeld voor een training om beeldend te leren. En wat denk je? Het waren kinderen die gediagnosticeerd waren met ADHD en Autisme, kinderen met dyslexie, dyscalculie of met andere leerproblemen. En wederom ook de hooggevoelige kinderen.
Precies dezelfde doelgroep die ik begeleidde in de kinder- en jeugdpsychiatrie, maar dan vanuit een totaal andere benadering.

Waar ik gewend was aan het onderzoeken van gedrag en ‘kind factoren’ die uiteindelijk zouden leiden tot een diagnose, besteedde ik nu juist aandacht aan hun eigen manier van denken en leren en sloot ik aan bij hun belevingswereld. En met verbluffende resultaten. Het ene na het andere kind verliet stralend mijn praktijkruimte. De ene keer omdat ze te horen kregen dat ze konden goochelen in hun hoofd, de andere keer omdat ze begrepen dat ze niet ‘anders’ waren, maar op een geheel eigen wijze leerden en de wereld benaderden. Maar alle kinderen werden op dezelfde manier begeleid: ze kregen te horen wat ze wél konden, waar hun talenten lagen en hoe ze wél leerden. Plots verdwenen de concentratieproblemen en lesstof werd regelmatig in een razend tempo eigen gemaakt (op een andere manier dan op school!).

Een andere benadering

Meerdere ouders waren emotioneel door het verschil in benadering van hun kind en hun hulpvragen en de blijdschap die de ze ervoeren bij hun kinderen omdat ze niet ‘anders’ waren of dom maar juist een bijzonder talent hadden. Samen keken we naar mogelijkheden en kwaliteiten en niet naar stoornissen of het aanpakken van moeilijk gedrag. Ouders zagen de motivatie voor lezen en schrijven terugkeren bij hun kinderen en merkten dat het zelfvertrouwen steeds groter werd.

De praktische ‘tools’ deden hun werk in combinatie met een luisterend oor en een positieve insteek. En wat daarbij het allerbelangrijkste was is dat zowel kinderen als hun ouders weer regie kregen. Ze gingen thuis zelf aan de slag met de ‘tools’ die ze aangereikt kregen. Daardoor werd het hún succes.

Beelddenken als antwoord

In 2008 werd onze oudste dochter geboren. Een bijzonder meisje dat niet een makkelijke start heeft gehad. Dat merkten we al toen ze net geboren was. Ze heeft de eerste maanden van haar leven veel gehuild en was alleen rustig en stil als ik samen met haar op de bank zat, als ze iets ‘te doen’ had en als ze bij ons kon slapen. Als we met haar naar een verjaardag gingen, kon ze heftig reageren. Ze was dan zo overprikkeld dat ze al haar spieren aanspande en bijna gilde van het huilen.

In die periode ben ik gaan lezen over hooggevoeligheid en herkende mijn dochter hierin. Door het toepassen van alle ‘tools’ die ik vond toen ik las over hooggevoeligheid veranderde onze dochter zeer snel van een opstandig, huilend kind naar een rustige peuter die zichzelf uren kon vermaken. Door haar goed te observeren, door ons aan te passen aan haar ritme en haar te beschermen tegen teveel invloeden van buitenaf, kon ze zich goed ontwikkelen.

Het belangrijkste dat ik in die periode leerde was, dat ze veel behoefte had aan lichamelijk contact, harmonie, natuur en rust. We hebben uren samen doorgebracht op de bank met het bekijken van boekjes en het spelen met poppen. Ze hield van water en ging vrijwel dagelijks lang in bad dat haar hielp rustig te worden voor de nacht.

Loslaten van mijn eigen ‘programmering’

Wat me opviel was, dat ze periodes had dat ze zeer snel afgeleid was. Ze kon dan niet lang met haar speelgoed spelen en pakte voortdurend weer iets anders uit de kast. Ook vond ze het moeilijk om zich alleen te vermaken. Ze vroeg continu om aandacht. Totdat ik ontdekte dat ze de wereld aan het verkennen was en dat ze gewoon niet hield van ‘standaard speelgoed’ en knutselspullen. Ze wilde eigen creaties maken door speelgoed met elkaar te combineren of door allerlei materialen te verzamelen waarmee ze creaties maakte. Het was voor mij een leerschool. Ik was door mijn opleidingen en methodes van werken zo ‘geprogrammeerd’ dat ik de omgeving wilde structureren en werken met beloning en begrenzing maar ik kon niet anders dan al deze nutteloze informatie overboord gooien en opnieuw uitvinden wat mijn dochter nodig had.

Dat was uiteindelijk heel simpel: ik liet haar door het huis en tuin lopen en spullen verzamelen die ze nodig haar voor haar creaties. Naast de standaard stickers, stiften en papier liet ik haar ‘los’. Ze was nog maar drie jaar oud toen ze begon aan haar eerste kunstwerken. Met veertjes, blaadjes uit de tuin, doppen uit de keuken, wc rolletjes en lijm kon zij complete ‘belevingsdozen’ maken zoals ze dat zelf noemde. Zo had ze een ‘geheime doos’, waar ze haar ‘schatten’ in bewaarde, een herfstdoos en een ‘verzameldoos’. Deze creaties zijn in de loop der jaren steeds inventiever en indrukwekkender geworden. Dit leek haar talent te zijn, ze is een kunstenaar.

Visueel maken van tijd

Mijn hobby, tekenen, had ik al jaren verwaarloosd. Totdat mijn dochter een leeftijd kreeg waarop ze begon te tekenen en knutselen. Omdat mijn dochter graag dingen samen deed, begon ik ook voorzichtig weer met het tekenen van poppetjes en bomen. Ik had er weer plezier in en kocht allerlei soorten stiften en potloden. Ik kon toen nog niet bedenken dat tekenen een steeds grotere rol in ons gezin zou krijgen.

Toen mijn dochter ouder werd, bleek dat ze veel moeite had met tijd, met indeling van de week en met klokkijken. Ze vroeg me om weekschema’s te tekenen zodat ze wist hoeveel nachtjes slapen het nog was tot haar verjaardag of andere belangrijke gebeurtenissen. Van weekschema’s gingen we over naar een maandschema. Omdat ze nog niet kon lezen tekende ik zo goed als ik kon de situatie van die dag. Een schooltje, opa’s en oma’s, slingers en ballonnen op feestdagen en alles wat van belang was. 

Schema voor maand

De spanning die mijn dochter had voor speciale gebeurtenissen en haar moeite met het inschatten van tijd werd weggenomen doordat ze met een blik op het schema ineens ‘het grote geheel’ zag. Zo ging het ook met klokkijken. Ik tekende de tijd van opstaan met een bed, de lunch met een bord en een boterham en de avondmaaltijd met een bord met eten en bestek. Voor haar kreeg op die manier tijd betekenis.

Ervaren van tijd

Toen ik erachter kwam dat ze ook geen besef had van tijdsspanne begon ik tijd om te zetten in voor haar begrijpelijke taal. Zo was ze een groot fan van de tekenfilmpjes van Dora. Deze filmpjes duren exact 20 minuten. Als ik mijn dochter wilde uitleggen hoe lang we nog moesten rijden tot onze bestemming, rekende ik de tijd om in het aantal Dora-filmpjes. Minuten liet ik haar ‘voelen’ door de timer op de oven te zetten en zo vond ik allerlei manieren om mijn dochter tijdsbeleving aan te leren.

Groep 3

Toen mijn dochter naar groep 3 ging, werd al snel gezegd dat ze moeite had met lezen en schrijven. Ze draaide letters om en het duurde lang voordat ze woorden ‘herkende’. Waar we eerst nog veel plezier beleefden aan het samen boekjes lezen, werd de weerstand tegen lezen erg groot. Hoe kon dat toch? De spanning om naar school te gaan werd steeds groter. Mijn dochter, eens zo creatief en vrolijk veranderde in een meisje dat niet meer at en sliep. Ze werd stiller en angstiger. Voor ons als ouders was dit een moeilijke periode. We verdiepten ons in het onderwijssysteem en legden dit naast de (leer-)behoeftes van ons kind. Het contrast was groot. De schooldagen bestonden uit een strak schema, werken uit boekjes, luisteren en opdrachten uitvoeren. En onze dochter werd juist zo blij van het onderzoeken van de wereld, het samenwerken met andere kinderen en een afwisseling van rust en actie.

Onze dochter veranderde van school en binnen een paar weken bloeide zij weer op. De reden? Er waren docenten die de nadruk legden op sfeer in de klas, waar aandacht was voor ieder persoonlijke voorkeur voor leren en daarnaast werd veel gewerkt met ondersteunend beeldmateriaal.

Samenwerking met beelddenkende kinderen

Nu ik, door mijn ervaringen thuis en in mijn praktijk het gevoel had ik dat ik op het juiste spoor zat, werd het tijd dat ik ging samenwerken met beelddenkende kinderen. Ik stelde hen de ene na de andere vraag. Hoe leer jij dan wel? Hoe zou jij willen dat een schooldag eruit ziet? Wat interesseert jou? Waar speel je mee als je thuis komt? Hoe kun jij de tafels onthouden? Waarom word je zo boos als dingen anders gaan dan je zou willen? Wanneer kun jij je wel concentreren?

Ik had in al die jaren wel aantekeningen gemaakt maar ik voelde wel dat ik deze kinderen tekort had gedaan. Ik was voorbij gegaan aan de belangrijkste bron van informatie; de kinderen zelf! Vanaf die dag heb ik me afgesloten van informatie van ‘experts’ uit de psychiatrie en pedagogiek. Ik heb me volledig gericht op informatie die ik van kinderen kreeg. Ik probeerde mezelf opnieuw open te stellen, alsof ik geen opleidingen gevolgd had en nog nooit gehoord had van diagnoses als Autisme en ADHD.

Nieuwe inzichten

Al snel merkte ik een omslag in mijn denken en handelen. Ik kreeg steeds beter in beeld wat de kwaliteiten en uitdagingen zijn van beelddenkende kinderen en ik kon me daardoor steeds beter inleven in deze kinderen. Ik hield logboeken bij waarin ik notities maakte van alles wat voor mij van waarde was. Bijvoorbeeld van prachtige anekdotes, idealen, creatieve ideeën, spirituele, filosofische en wijze uitspraken, visies op de wereld. Maar ook van manieren die kinderen voor zichzelf ontwikkeld hadden om lesstof en dagelijkse routines te onthouden. Ik onderzocht waar de problemen zaten op schoolgebied (het omdraaien van letters en cijfers, het niet begrijpen van spellingregels, het niet begrijpen van mondelinge uitleg) en vroeg aan kinderen waarom het niet lukte.

Na bestudering van mijn notities kwam ik tot heel andere conclusies dan ik in mijn opleidingen geleerd had. Deze kinderen waren zeer leergierig, gevoelig en slim. Ze konden zich goed concentreren op taken die ze begrepen of als ze het op een andere manier aangereikt kregen. Veel kinderen vertelden mij hun verhaal over de moeilijkheden die ze ervoeren op school en in hun omgeving. De meeste kinderen wilden graag meer tijd op school om te kunnen creëren. Ze wilden niet kennis ‘stampen’. Ze wilden naar buiten, op onderzoek in plaats van lezen uit saaie boeken. Ook gaven allen aan dat ze de samenhang misten in de lesstof. Ze wilden altijd weten wat het ‘totaalplaatje’ was of wáárom je bepaalde zaken leert. Het heeft me nog 5 jaren gekost om alle informatie te onderzoeken en verbanden te leggen.

Denktank

Tot op de dag van vandaag geniet ik ontzettend van de samenwerking die ik heb met kinderen in mijn praktijk. Samen onderzoeken we manieren om lesstof te vertalen naar beelden. Zij zijn mijn kritische jury als het gaat om producten die uiteindelijk verkocht worden in de Beelddenkwinkel. Daarnaast zijn zij mijn ‘denktank’. Ze helpen me inzicht te krijgen in hun kwaliteiten. Ze delen de moeilijkheden die ze ervaren in onze wereld. En misschien wel het belangrijkste, zij zijn mijn grote steun om verder te gaan in mijn zoektocht naar manieren om iets voor ze te kunnen betekenen. Het lijkt soms wel alsof zij er klaar voor zijn om ons wakker te schudden en aan de slag te gaan. Voor hen ben ik een manier om een brug te slaan tussen hun belevingswereld en de werkelijkheid..

Beelddenkende kinderen aan het woord

In literatuur en op internet zijn talloze lijsten te vinden van kenmerken van beelddenkers. Maar wat vertellen kinderen zelf hierover? De afgelopen jaren heb ik beelddenkende kinderen gevraagd naar hun interesses, visie op school en vooral hun manier van denken, voelen, beleven en leren. Hieronder volgt een korte greep uit hun eigen antwoorden.

Interesses

Tekenen, schilderen, muziek, knutselen, houtbewerking, computer, minecraft, programmeren, youtube, lego, bouwen, bestudering van atlas/geschiedenis/planeten(universum), verkleden, sporten.

School

Leukst is sport en pauze, creatieve vakken, muziek, experimentjes, samenwerken in groepjes. Moeilijkste is taal, spelling, klokkijken, rekenen, begrijpend lezen, lang luisteren, saaie lessen.

Kwaliteiten

Problemen oplossen, mooie dingen maken, kleding ontwerpen, minecraft, op de computer werken, creatief, over dingen nadenken, goed geheugen, voor anderen zorgen, met dieren omgaan, muziek maken, sporten, humor.

Manier van onthouden

Zien, filmpjes, tekening, mindmap, ‘doen’, samenwerken, zelf op zoek gaan naar manier om te onthouden, in mijn hoofd ‘zoeken’, weten waarom ik iets leer.

Zomaar wat antwoorden van kinderen die ik gevraagd heb om mee te denken. Beelddenkende kinderen zijn dus écht wel leergierig, nieuwsgierig en inventief. Ze leren het liefst van binnenuit. Ze willen gestimuleerd worden om na te denken, verbanden te leggen, oplossingen te zoeken en hun creativiteit tot uiting te brengen. Ze vinden het heel lastig als lesstof van buitenaf opgelegd wordt. Het zogeheten ‘stampen’ werkt niet en de motivatie om dit te doen, mist ook vaak.

Veel kinderen die niet willen lezen, blijken moeite te hebben met het lezen van andermans verhalen. Op het moment dat ze zelf een verhaal mogen verzinnen dan zijn ze geïnteresseerd en willen ze weten hóe je bepaalde woorden schrijft. Beelddenkende kinderen maken daarnaast gebruik van eigen logica. Door alle informatie in één keer te geven en ze de tijd te geven om deze informatie in zich op te nemen, kunnen ze vaak ineens wel rekenen of spellingregels onthouden.

Leerprobleem of andere manier van leren?

Een voorbeeld van een ‘leerprobleem’ dat zich binnen een week oploste was de jongen die de tafels niet kon onthouden. Hij was al jaren bezig en de leerkrachten en zijn ouders wisten totaal niet hóe ze hem hierin konden begeleiden. Toen hij uitleg kreeg over het nut van het aanleren van de tafels (makkelijk als je meerdere producten koopt met dezelfde prijs en je wilt snel uitrekenen of je genoeg geld bij je hebt, óf je hebt 12 snoepjes die je onder 4 vrienden wilt delen) kregen de tafels betekenis. Deze jongen kon absoluut geen rijtjes onthouden door ze ‘op te zeggen’. Hij raakte halverwege de draad kwijt en begon dan weer helemaal overnieuw. Toen we samen de tafels gingen tekenen in een soort ‘planetenstelsel’ kregen de tafels ‘betekenis’. Hij kon het beeld van de tafel in een paar minuten opslaan en vergat ze nooit meer (zowel de tafels als de deeltafels).

Beelddenkende volwassenen

Het kan niet anders dan dat er in Nederland ontzettend veel volwassenen iedere dag gefrustreerd uit hun werk komen. Dat ze moe zijn van lijstjes, lange vergaderingen en bureaucratie. Dat ze voelen dat hun creativiteit niet tot uiting kan komen en dat ze het liefst (als ze een grote zak met geld hadden) compleet iets anders zouden doen. Zouden dit onder andere de Beelddenkende volwassenen zijn? Ik denk het wel. En dan heb ik het nog niet eens over de grote groep jongeren en volwassenen die vastgelopen zijn in het onderwijs en thuis zitten zonder baan.

De beelddenkende volwassenen die ik ken, die écht doen wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn, zijn vaak de zelfstandige ondernemers. Maar uit eigen ervaring weet ik inmiddels dat ondernemen veel vaardigheden van je vraagt. Vaardigheden die we op school vrijwel niet geleerd hebben. Denk aan:
• Oplossingsgericht werken
• Samenwerken
• Risico’s nemen
• Creatief denken
• Doelen stellen
• Online marketing/ werken met computerprogramma’s
• Plannen en organiseren

Ervaringen als kind

Beelddenkende volwassenen geven aan dat ze vroeger moeite hadden op school. Sommigen zijn meerdere keren van school gewisseld of hebben uiteindelijk hun middelbare school niet afgemaakt. Ze kwamen pas op latere leeftijd tot ontdekking waar hun interesses lagen en waar ze goed in waren. Velen zeggen dat ze moeite hebben met autoriteit, het opvolgen van orders en dat ze vrij willen zijn. De meer hoogbegaafde beelddenkende volwassenen die ik ken vertelden dat ze hun hele leven al het gevoel hebben dat ze niet in deze wereld horen, ze begrijpen niet dat anderen niet ‘zien wat zij zien’. Ze passen zich tot op zekere hoogte aan, voelen zich vaak eenzaam of trekken zich bewust terug van de maatschappij. Gelijkgestemden vinden zij meestal op internet.

De toekomst

Voor beelddenkende kinderen en volwassenen ligt er een gouden toekomst open op werkgebied. Er is een grote vraag naar mensen die ‘het grote geheel zien’, die snel verbanden kunnen ontdekken, ‘out of the box’ kunnen denken, die creatief zijn, spiritueel, empathisch en filosofisch. Het tijdperk is aangebroken dat alles geautomatiseerd zal worden. Rotobica, ‘computational thinking’, we staan aan een vooravond van grote veranderingen. (Afhankelijk van de mensheid zal duidelijk worden of deze automatisering positief of zeer negatief zal zijn met grote gevolgen). Als we uitgaan van de positieve uitkomst zal ons veel werk uit handen worden genomen door deze automatisering en zijn er mensen nodig die vooral heel goed zijn op ICT gebied.

Maar daarnaast is er een grote behoefte aan mensen die zich kunnen inleven in anderen, die kunnen verbinden, samenhang kunnen creëren tussen wetenschap en religie door gebruik te maken van filosofie. En mensen die ons weer kunnen verbinden met de natuur en de aarde. De beelddenkende kinderen die ik heb leren kennen, zou ik in allerlei rollen al voor me kunnen zien. Mijn ‘kleine vrienden’, die het nu zo zwaar hebben op school omdat ze zich dom voelen, omdat ze opvallen door hun gedrag of omdat ze ‘anders zijn’. Zij zijn straks dringend nodig. Wie gaat ze deze boodschap geven? En de volwassenen die nu het gevoel hebben dat ze niet mee kunnen doen in de maatschappij omdat ze zich in geen enkele baan ‘thuis’ voelen. Wie gaat hen helpen om de ‘verborgen kwaliteiten’ te ontdekken en te benutten?

De sleutel naar de Beelddenkwereld

Allang ben ik erachter dat ik niet de enige ben die op zoek is naar antwoorden. Iedere ouder die ziet dat een kind vastloopt gaat op zoek naar antwoorden en hulp. En antwoorden kunnen gevonden worden in een diagnose, in een omschrijving van een leerprobleem of van gedrag. Mijn ervaring is ook dat ieder mens uniek is, geen persoon is hetzelfde. Beelddenken ervaart ieder mens ook weer op een eigen manier. Het kind met Autisme bijvoorbeeld, dat wel alle informatie in een beeld binnenkrijgt, maar vaak de verbanden niet ziet en daardoor vast kan lopen in de meest simpele handelingen. Of het kind dat hooggevoelig is en zoveel ziet en ervaart, de verbanden zo duidelijk ziet, dat het juist dichtklapt omdat het ‘teveel is’ om te verwerken. Het kind met ADHD dat zoveel gedachten en beelden tegelijk te verwerken heeft dat hij door de bomen het bos niet meer ziet en niets afmaakt (denk aan de film; Brammetje Baas).

Beelddenkende kinderen en volwassenen zijn er dus in allerlei varianten, met verschillende talenten, intelligentie en persoonlijkheden, maar één ding hebben ze gemeen. Ze denken primair in beelden. Op dit moment is alles in de wereld zo’n beetje versnipperd. De samenhang mist compleet. Dit geldt ook voor beelddenkende kinderen en volwassenen. We vinden ze in allerlei kleinere subgroepen: mensen met ADHD, ADD, Autisme, Dyslexie, Dyscalculie, in de groep van hoogbegaafde of hooggevoelige mensen en bij alle mensen die door het leven gaan ‘zonder etiket’.

En jawel, mensen zoeken hulp, zoeken aansluiting, maar het beperkt zich tot een eigen groep. Kijk alleen al op Facebook naar de hoeveelheid groepen die met betreffende onderwerpen te maken hebben. Groepen die zich richten op ‘bewegend leren’, ‘ervarend leren’, ‘anders leren’, ‘hooggevoeligheid’, ‘hoogbegaafdheid’, noem maar op. Het zijn tevéél groepen. Van sommige ouders weet ik zelfs dat ze zich maar bij alle groepen hebben aangemeld om geen informatie te missen.

Deze verdeeldheid gaat ons niet verder helpen. Als we ons zouden richten op iets gemeenschappelijks, iets dat ons verbindt? Wat zou er gebeuren als we dit gemeenschappelijke, het beelddenken (ofwel: aandacht voor onze rechter hersenhelft en ons hartbrein) zouden gebruiken om samen te werken, ideeën uit te wisselen en te bouwen aan onderwijs, een werkomgeving en een wereld waarin iedereen tot zijn recht komt? Dat professionals en ouders elkaar niet willen overtroeven met hun kennis of elkaar ‘aanvallen’ maar dat we in plaats van discusseren overgaan naar samen filosoferen. Ik ben benieuwd. Want de meeste mensen die ik ken weten nog niet half wat een krachtig middel beelddenken is om de toekomst te kunnen veranderen.

2 Reacties

Dave
17 May 2021 om 14:16
1
Geweldig om te lezen! En ik schoot er ook vol van! Ik heb zelf pas sinds kort de diagnose ADD ASS en ik ben beelddenker. Ik weet al lang dat ik anders ben...en ik besef steeds beter dat het beelddenken ofwel mijn visueel cognitieve stijl vaak de oorzaak is van onbegrip bij lineaire ofwel taal/begrips denkers... Zelfs de GGZ is eigenlijk volledig georiƫnteerd op lineaire denkers/belevers. Ik denk dat er best wel wat beelddenkers met of zonder ADD/ASS zijn die zich met moeite een weg door het le
yvonne
27 October 2022 om 18:30
1.1
Ten eerste wat een mooi, pakkend geschreven stuk. Het is precies het probleem wat ik ook ondervonden heb met mijn dochter met lvb en autisme. Ik heb zelf ook bij ggz gewerkt en liep er tegen aan dat ik inderdaad volgens het beleid moest werken. Terwijl ik de ervaring had dat beeldend werken zo belangrijk is. Nu inmiddels voor deze doelgroep een dagbesteding en leer-werk begeleiding plek aan het opzetten om met mijn eigen visie mensen kan helpen.

Reageer

Annuleren

Wij maken gebruik van cookies om onze website te verbeteren, te analyseren en naar behoren te laten werken. Door op Ja te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van cookies zoals omschreven in ons privacy statement.